Kunstenaar Joep van Lieshout gaat drie woontorens bouwen aan de Keileweg. De strook panden die grenzen aan de Voedseltuin maken plaats voor een woonwijk. Het is een van de vele vastgoedontwikkelingen in het gebied, maar het enige project waarin een kunstenaar het voor het zeggen heeft. Het gevolg: gebiedsontwikkeling in dienst van de kunst. Joep: “Als je impact wil maken, moet je groot denken.”
BRUTUS prijkt in oranje letters boven het hoofd van Joep van Lieshout. Joep, Oscar (de fotograaf) en ik staan in de Beeldentuin achter het museum van die naam, gevestigd in een enorme voormalige havenloods op Joeps eigen grond. We worden omringd door beelden die hij maakte. We lopen langs Wellness Skull, een doodshoofd van acht meter hoog met daarin een sauna en bad. Ik zie een dertien meter lange walvis van staal, en naast Joep staat Mozes, een grote rode neushoorn. Eén ding is glashelder. Joep werkt in de overtreffende trap.
Groot, groter, woontoren
Joep van Lieshout is een van Nederlands bekendste kunstenaars. Zijn werk is opgenomen in verschillende museumcollecties en ook op straat kom je hem tegen. Het acht meter hoge werk Cascade, een beeld van achttien opeengestapelde olievaten in het centrum van Rotterdam, is van zijn hand. In Mathenesse is Joep bovengemiddeld goed vertegenwoordigd. Na zijn afstuderen aan de Willem de Kooning Academie vestigde hij zich eind jaren tachtig in de wijk.
Joep: “Het gebied had een slechte reputatie. Prostitutie, heroïneverslaving en zelfs moorden vonden hier plaats.” De Keileweg was jarenlang een gedoogde maar beruchte tippelzone in Rotterdam. “Het gevolg: ik kon jarenlang voor vrijwel geen geld ruimtes huren en later goedkoop loodsen kopen.”
De eerste aankoop was in 2008, het gebouw dat nu Atelier van Lieshout heet. Niet zijn eerste keus. “Ik wilde het pand aan de overkant, de voormalige gasfabriek De ferro, de grote ronde gashouder met een enorme fabriek erachter. Dat was groter, maar te duur.” De jaren daarna kocht Joep meer gebouwen, Keileweg 10 tot en met 18 (de even nummers), die hij onderbracht in de stichting AVL Mundo. Voor deze Stichting maakt hij nu de bouwplannen. Hij heeft zo’n 10.000 vierkante meter tot zijn beschikking waarop hij binnen drie jaar de bouw van de woontorens wil starten. Van Joep had het overigens flink groter gemogen. “Ik had graag 50.000 vierkante meter gehad.”
De Drie Gratiën
Ik spreek Joep in Atelier van Lieshout. Normaal werkt hier een team van ongeveer twintig mensen die zijn ontwerpen omzetten naar materiaal, maar vanwege de kerstvakantie is het stil. Ook Joep heeft zijn werkkleding verruild voor een trui en spijkerbroek. Het kunstwerk Vulture van vier meter hoog, dat ik enkele weken eerder nog in de Beeldentuin zag staan, ligt in twee stukken uit elkaar. In de werkplaats wordt gewerkt met textiel, staal en hout, en achterin, achter twee schuifdeuren, zit het polyesterlab. Er komt een penetrante chemische lucht vandaan. De piepschuimhoek is Joeps eigen domein. Hier maakt hij de prototypes van zijn beelden.
In het kantoor, dat op de grote werkplaats uitkijkt, pakt hij een tablet om de meest recente schetsen te laten zien. “Deze versie noem ik De Drie Gratiën. We bouwen drie woontorens met daarin ruimte voor zeshonderd woningen. Dit woningaanbod wordt divers. Met sociale en middenhuur, woongroepen, en voor de kunstenaars, woningen met atelier aan huis.” Een klein deel wordt verkocht, want dat brengt op de korte termijn broodnodige geld in het laatje voor het project.
“Op de begane grond komen publieke ruimtes, zoals een restaurant of tandartspraktijk, al staat de exacte invulling nog niet vast.” De torens zijn een (naar Joeps mening) bescheiden zeventig meter hoog. Hoger bouwen mag hij niet. Ook het museum Brutus zien we terug op de plattegrond, maar dan op een andere plek, en natuurlijk zijn er beelden van Joep. Oud werk, en werk dat hij nog gaat maken. Joep: “Het moet bijna een soort Efteling worden. Met overal gekke doorsteekjes en iets te zien. Iets wat leuk is voor een breed publiek. Voor mensen uit de wijk, maar ook voor Spangen en Schiedam. Een plek waar ik zou willen wonen. Misschien ga ik dat ook wel doen.”
Planus Maximus Mechalomanus Epidemea
En dat is nog maar het begin van wat Joep zijn filantropische ondernemerschap noemt, zijn Planus Maximus Mechalomanus Epidemea. “Ik vind kunst belangrijk voor een samenleving. Kunst reflecteert wat er speelt, nodigt uit tot nadenken en vragen stellen over wat we doen en waarom. Wat mij betreft moet er dus veel meer kunst komen.” Het gaat dan niet alleen om kunst van Joep zelf, maar vooral ook van anderen. De exposities in Brutus zijn vaak van vernieuwende of jonge makers en elk jaar reikt het museum de Brutus-prijs uit: 4000 euro voor baanbrekende kunstenaars.
Maar het stimuleren van kunst kan grootser, en dus wil Joep op verschillende plekken in de wereld culturele clusters ontwikkelen. In deze clusters is kunst het doel, en vastgoed het middel. “Wie kunst maakt, heeft geld nodig en dat kun je verwerven met vastgoed. De verhuur van de woningen aan de Keileweg geeft een vaste stroom inkomsten voor het museum Brutus en andere kunstprojecten.” Het Robin Hood-principe, noemt Joep het. Zelf hoeft hij er ook niet aan te verdienen. “Alle inkomsten komen bij AVL Mundo terecht en die staat ten dienste van het museum.”
Lange adem
Als lezer is het misschien lastig voorstellen dat de plannen van Joep serieus zijn en in een dermate gevorderd stadium dat de bouw binnen drie jaar start. Ik merk tijdens het gesprek dat de schaal waarop Joep werkt en denkt, mijn voorstellingsvermogen soms overstijgt. Voor Joep is het vooral een logische gang van zaken, de conclusie van zijn werk tot nu toe.
“Op de panden die ik heb gekocht, rust erfpacht van de gemeente. Ik wist altijd al dat de gemeente dit gebied ging ontwikkelen tot woonwijk. Als ik niet dezelfde kant op zou gaan, had ik weg gemoeten en dat ik wil ik niet. Ik laat me niet wegjagen, zoals vaak gebeurt met kunstenaars als een gebied ontwikkeld wordt. Ik zorg er wel voor dat ik mag blijven.”
Dus maakte Joep al rond 2018 zijn eerste plan. Het Domestikator Hotel: een hotel van 70 meter hoog met 70 kamers, maar dit plan strandde – al kan Joep zich niet meer herinneren waarom. Een ontmoeting met Nanne de Ru van PowerHouse Company, zo’n vijf jaar geleden, luidde een nieuw hoofdstuk in.
“Nanne is architect, heeft veel kennis van gebiedsontwikkeling en vond mijn ideeën interessant. Hij wilde meedoen.” Samen maakten ze een versie twee en, na wat kritische punten van de gemeente, de huidige versie drie, die iets kleiner is ingeschaald. “Oorspronkelijk was er plek voor 850 woningen, het is immers woningcrisis, maar daar ging de gemeente niet mee akkoord.” Met het huidige plan lijkt iedereen tevreden. Joep. “We hebben regelmatig overleg met de gemeente, er is een projectleider aangesteld en we willen voor het eind van het jaar een bouwaanvraag doen.”
Het is nog wel de vraag waar Joep zijn kunstenaarsschap na de bouwplannen voortzet. Met de komst van de woningen blijft er minder ruimte over voor Atelier van Lieshout. Joep: “Hier wordt getimmerd, gelast, er rijden vrachtwagens en heftrucks langs. Dingen die mensen niet in een woonwijk willen.” Atelier van Lieshout moet dus verhuizen naar, als het even kan, een andere plek in Rotterdam. Toch is er volgens Joep geen sprake van opoffering. “Het atelier kan ook ergens anders, maar dit project is uniek in de wereld.”
Door Anne-Rixt Korte
Foto Oscar Langerak