Mathenesse heeft er een park bij: het Getijdenpark Keilehaven. Het ligt aan de Maas en dat betekent: eb en vloed. Soms staat het park onder water, dan weer valt het droog. Dat levert bijzondere natuur op, planten en dieren die je niet overal in Rotterdam tegen komt.
Hoe ligt het park er sinds afgelopen zomer bij? We gingen kijken met André de Baerdemaeker, ecoloog bij het Natuurhistorisch Museum Rotterdam. André: “Dit is de leukste fase. De natuur ontwikkelt zich waar je bij staat.”
Het wordt snel duidelijk dat André en ik verschillende parken zien. Ik zie een grote zandbak met onkruid, twee zwanen, ganzen en wat aangespoeld afval. André ziet meer. Hij geeft het onkruid een naam, zoals de dagkoekoeksbloem en de spindotterbloem, en hoort allerlei vogels. De grote gele kwikstaart, een koperwiek en zelfs de ijsvogel vliegt over. We zien, behalve een verkleumde bij, allebei weinig insecten. Die houden zich schuil vanwege de kou.
“Het getijdenpark is nu in de pioniersfase,” zegt André. “Planten groeien in zand – voedselarme grond – en verspreiden zich snel.
” Niet elke plant kan dat. De pioniers maken de grond vruchtbaarder en dan komen er andere soorten. Welke? Dat is de cliffhanger van dit park.
André wijst naar een braakliggend veld naast het park. “Daar doen ze weinig onderhoud. De zaden van die planten waaien zo over.” Ook de Maas zit vol leven. André: “De Maas brengt water uit verschillende landen naar Rotterdam, en neemt van alle plekken zaden en diertjes mee. In getijdenparken kan dat leven eindelijk aan land komen.”
De conclusie? Bezoek dit getijdenpark regelmatig. Dan zie je de natuur ontwikkelen – en zo’n kans krijg je niet vaak. Het eindproduct is de verrassing, al speelt de gemeente een belangrijke rol. André: “Hoe het groen wordt beheerd, is bepalend voor hoe dit park er in de toekomst uit ziet."
Door Anne-Rixt Korte