Het gebeurt zelden dat je een vleermuis waarneemt. In Rotterdam is het dan negen van de tien keer een dwergvleermuis. Van de 22 in Nederland waargenomen soorten, komen er tien ook in Rotterdam voor. De buitenplaats De Tempel in Overschie (vrij toegankelijk) is daarin een belangrijke plek. Daar hebben vijf soorten hun kraamkamer (kolonie) die alleen uit vrouwtjes bestaat. Mannetjes slapen solitair of in kleine groepjes.
De vleermuis, het enige zoogdier dat kan vliegen, is een echte insecteneter. Hij vindt zijn prooi door geluiden uit te zenden en te ontvangen. Iedere soort heeft zijn eigen (sonar)geluid in een voor de mens niet hoorbare, zeer hoge frequentie. Alleen in augustus, als vleermuizenmannetjes om het hardst schreeuwen om vrouwtjes te imponeren en concurrenten te verjagen, kunnen kinderen ze wel horen.
Na de paring wordt er één jong geboren, dat zich direct vastklemt aan de moeder.
Vleermuizen slapen overdag in gebouwen en parken. Dus ook in Oud Mathenesse. Zij jagen tot wel vijf kilometer vanuit hun slaapplaats op een hoogte van twee tot vijf meter, maar soms ook wel op vijftien meter.
De dwergvleermuis weegt vijf gram en heeft een spanwijdte van twintig centimeter. Hij eet muggen, vliegen, nachtvlinders en kevers. Over anderhalve maand, in maart, wordt hij wakker uit zijn winterslaap.
Mijn mooiste waarneming was op de Veluwe. We fietsten met zijn drieën naast elkaar toen een vleermuis op maar tien centimeter boven het hoofd van mijn zoon bleef vliegen. Hoe hard wij ook fietsten, de vleermuis hield hem gemakkelijk bij. Mijn zoon vond het achteraf leuk, maar vreselijk eng.
Door Johan Slee