Benjamin Sabotinov (19), groeide op op de grens van Oud Mathenesse en Het Witte Dorp. De sluiting van buurthuis De Keet was voor de achtjarige Benjamin zo’n shock dat hij tien jaar later zijn eigen clubhuis in Oud Mathenesse oprichtte. Hij is geboren in de wijk Spangen en verhuisde als tweejarig jongetje naar de Pasteursingel. “Het was een familiewijk toen ik hier opgroeide”, zegt Benjamin. In het Witte Dorp én in Oud Mathenesse woonden diverse ooms en tantes.
Zijn familie kenmerkt zich door gastvrijheid en een open houding naar andere culturen. Zijn tante trouwt met een Kroaat en zijn moeder, werkzaam als kinderjuf, met een Bulgaar. Benjamin: “Mijn vader kwam vanuit Bulgarije naar Nederland voor de opleiding automonteur en kwam terecht bij Nissan. Daar combineerde hij werken en leren.
Buurthuis De Keet
Zijn kindertijd ervaart hij als een warm bad. Spelen met neefjes en nichtjes, naar buurthuis De Keet en begeleid sporten en spelen op straat. Benjamin heeft er levendige en fijne herinneringen aan. Tot de bezuinigingen ook hem als kind treffen. Benjamin: “Ik was acht jaar en het buurthuis ging dicht. Ik begreep er niets van. Het was daar zo leuk! En dacht: als ik later groot ben, ga ik dat anders doen.”
Sluipende sluiting
De jeugdactiviteiten in Oud Mathenesse en het Witte Dorp verdwijnen stap voor stap en het ooit zo bloeiende jongerenwerk dooft uit als een nachtkaars. Jaar op jaar zijn er minder activiteiten. Jongerenwerkers dragen klussen over op kinderen en jongeren, die voortaan de buitenactiviteiten zelf moeten bedenken, organiseren en begeleiden. Zo krijgen de voorheen goed georganiseerde activiteiten een ander en minder inspirerend karakter. Uiteindelijk gaat het buurthuis definitief dicht als de gemeente het pand in de verkoop doet. Benjamin: “Ik viel toen in een groot gat.”
Inspiratie
De positieve ervaringen met jeugdactiviteiten in het buurthuis zijn voor hem een belangrijke inspiratiebron en de basis om op verder te bouwen. Zijn boosheid over de sluiting geeft hem motorvermogen. Zijn leven staat in het teken van het opzetten en draaiende houden van een clubhuis voor kinderen en het organiseren van buitenactiviteiten. Dagelijks komen er tussen de 10 en 15 kinderen om te tekenen, te knutselen en te spelen. Benjamin doet dat samen met twee andere begeleiders in de voormalige Meidenvilla aan het Pinasplein.
Pesten
Behalve sport en spel snijdt hij ook belangrijke thema’s aan, zoals pesten. Spelenderwijs maakt hij het onderwerp bespreekbaar en leert kinderen, zowel daders als slachtoffers, wat het met mensen doet en hoe hiermee om te gaan. Benjamin werd als kind zelf regelmatig gepest. Hij zegt hierover: “Ik schaamde me ervoor dat ik werd gepest, hield er thuis mijn mond over en trok me terug in mijn eigen wereld. Nu ik ouder ben, herken ik de signalen van gepeste kinderen. Uit eigen ervaring weet ik hoe ik ze sterker kan maken.”
Leren in de praktijk
Ondanks de coronaperiode groeit en bloeit zijn kinderclub. Zelf is hij niet zo van het theoretische leren. Praktijk koppelen aan theorie werkt voor hem het beste. “Ik combineer werken en leren via de thuisstudie voor jongerencoach aan de NHA (Nationale Handels Academie). Dan kan ik zelf bepalen wanneer en waar ik studeer. Voor mij is deze route veel beter.”
Power stimuleren
Bij talent stimuleren hoort ook dat kinderen zelf aan de slag gaan. Voor supermarkt Dirk verkoopt de tienjarige Poolse Lena lootjes voor het Zomerkamp. Ze houdt een wervend verhaal. Met stralende ogen vertelt ze wat ze allemaal gaan doen in de zomervakantie met de kinderclub van het Pinasplein. Ik trek mijn portemonnee, zoals veel anderen die middag. Tien jaar, mensen durven aanspreken, een goed verhaal kunnen vertellen en zelf geld verdienen voor de club. Levenservaring opdoen en je trots voelen
Nieuwe groepen mensen in de wijk
Benjamin ziet zijn wijk snel veranderen met de komst van groepen arbeidsmigranten uit Oost-Europa, zoals Polen, Bulgaren en Oekraïners in de Landenbuurt en de laatste maanden ook vluchtelingen. Sommige kinderen van deze gezinnen komen ook bij hem in het clubhuis. Benjamin: “Ik spreek half Bulgaars en mijn vader spreekt de taal heel goed. Dat je hun taal spreekt geeft vertrouwen. Wat ook helpt is dat ik ouders betrek bij de activiteiten van de club en vraag of ze voor ons willen koken. Daarvoor heb ik budget en dat werkt. Een Bulgaarse vrouw werkt nu bij ons als vrijwilliger.”
Gedwongen bij pa en ma blijven wonen
Zijn droom is zelfstandig wonen in een eigen huis in zijn geliefde Witte Dorp. Maar hij komt er niet tussen. “Er staan daar verschillende huizen leeg. Bel ik met Woonstad dan krijg ik te horen dat deze woningen gereserveerd zijn voor mensen die uit de sloophuizen komen.” Hij heeft moeite met het toewijzingsbeleid van de gemeente, zijn idee: “Doe 50:50 en jaag de jongeren niet weg uit hun omgeving.”
Gezinnen vertrekken
Een ander fenomeen dat Benjamin opvalt is de opkomst van jonge werkmigranten uit Bulgarije en Oekraïne, die de vrijkomende gezinswoningen in Oud Mathenesse overnemen. Hij ziet dit met lede ogen aan: “Als een gezin uit de straat in onze buurt vertrekt, komt er een groep van vijftien mensen voor terug. Door de week werken deze mensen en merk je er weinig van. Tot het vrijdag is en ze hun geld krijgen. Dan is het feest en daar heb je daar als buren echt last van. Bel je met de politie, volgt er soms een inval in de woning en staan de mensen de volgende dag op straat. Ze vertrekken dan met hun matrassen en tassen naar een andere woning. Dat aankomen en doorverhuizen in de wijk speelt al vier jaar. In onze straat zijn we nu nog het enige gezin.“ De grote vraag naar woningen en de verkamering van de woningen drijft de huren sterk op. Benjamin: “Mensen moeten voor een woning 1500 tot 2000 euro per maand betalen. Alleen is zo’n bedrag niet op te brengen.”
Vluchtroute
In de woonwijk gelegen aan de uiterste westkant van Rotterdam is er voor jongeren weinig te beleven. “We hebben nu Weelde, maar op de een of andere manier werkt dat hippe niet bij ons. Wij jongeren uit de wijk hebben meer met het Schiedamse Brandersfeestgevoel: kleine cafés met livemuziek, de Koemarkt met muziekoptredens, een braderie en grachten waar de scouting de jeugd begeleidt met roeien of suppen. “Schiedam is de vluchtroute voor me, want hier in Oud Mathenesse moeten we het doen met Café Franselaan waar helemaal niets gebeurt!”
Zomerfestival
Om de saaiheid in Oud Mathenesse te doorbreken heeft hij vorig jaar een plan ingediend voor een festival. De komst van hiphopgroep Broederliefde zette hem aan het denken toen hij zag dat jongeren maanden voorafgaand naar het optreden toeleefden. Die positieve vibe inspireert Benjamin om een eigen festival op te zetten. Maar dan wel passend bij de sfeer van Mathenesse. Nu hij zo zoveel mensen uit Oost-Europa zijn wijk ziet binnenkomen, ziet hij ook kansen voor een bijzonder festival. Benjamin: “De bron voor talent is onze wijk, meng dat met een internationale mix tot je een onderscheidend festival kunt neerzetten.” Hij denkt aan podiaoptredens voor mensen uit de wijk en later op de avond professionele muzikanten en dansers uit andere steden en landen. Zijn voorwaarde: “Het moet voor iedereen betaalbaar zijn. Ook voor gezinnen. Maak er een echt Europafeest van met braderie, dj, met muziekoptredens en dans. Begin met één dag en breidt het jaarlijks uit. Zo’n festival hoort in Oud Mathenesse. Ik wil daaraan meedoen en ook de trekker van zijn.” Grappend: “Ik heb al een opzet liggen, dit plan hoef ik alleen maar om te bouwen naar het nu.” Benjamin is projectcoördinator van het wijkfeest eind juni en is daar nu volop mee bezig, het belooft een bijzondere dag te worden.
Tekst: Annemarie Sour, foto’s: Sanne Donders